LEEUWARDEN - De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, veroordeelt verdachte voor de moord op zijn buurman. Daarnaast acht de rechtbank ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging, oplichting, verduistering en diefstal door middel van braak, gericht tegen hetzelfde slachtoffer. De rechtbank komt tot oplegging van een gevangenisstraf van twaalf jaren en de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.


Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan moord op zijn buurman door hem in de Dokkumer Ee te verdrinken. In de nacht van 13 op 14 mei 2024 heeft verdachte hem met een smoes naar een weiland meegelokt. Daar aangekomen heeft hij het slachtoffer eerst driemaal op het hoofd geslagen met een voor dat doel meegenomen loodklopper. Het slachtoffer is door deze handelingen bewusteloos geraakt. Vervolgens heeft verdachte hem in deze staat het water in gesleept en onder water gedrukt en gehouden, totdat het slachtoffer niet meer leefde. Een dag later is zijn levenloze lichaam in het riet van de Dokkumer Ee aangetroffen. Over zijn motief heeft verdachte verklaard dat hij stress kreeg, doordat hij het geld van het slachtoffer opmaakte. Het werd hem te heet onder de voeten. Hij wilde van het slachtoffer af.

Gevolgen

Verdachte heeft door zijn handelen onherstelbaar leed toegebracht aan het slachtoffer en de nabestaanden van het slachtoffer. Uit de spreekrechtverklaringen van de ouders en de broer van het slachtoffer blijkt het intense verdriet dat zij hebben. Door de nabestaanden lange tijd in onzekerheid te houden over de manier waarop het slachtoffer is overleden en daarover leugens te vertellen, is dit verdriet nog meer vergroot. Daarbij moet het slachtoffer zich in de laatste momenten van zijn leven bijzonder angstig en verdrietig hebben gevoeld, omdat hij werd mishandeld en verraden door iemand die zich al die tijd heeft voorgedaan als vriend. Ook kon hij (gelet op zijn fysieke beperking) maar weinig weerstand bieden tegen iemand zoals verdachte. Door het plegen van de feiten heeft verdachte op grove en slinkse wijze misbruik gemaakt van het slachtoffer. Verdachte heeft het slachtoffer van zijn geld en goederen, zijn vertrouwen en uiteindelijk zelfs van zijn leven beroofd.

Tbs-maatregel

Uit de adviezen van de psychiater en de psycholoog volgt dat sprake is van meerdere stoornissen, waarvoor verdachte een behandeling dient te krijgen. De feiten kunnen verdachte in (enigszins) verminderde mate worden toegerekend. Het recidiverisico op gewelddadig gedrag wordt door de psychiater als hoog aangemerkt en door de psycholoog als matig. Beide deskundigen komen tot het advies om verdachte binnen het kader van een tbs met dwangverpleging te laten behandelen. De rechtbank kan zich verenigen met de inhoud en conclusies van deze rapportages en neemt deze over.

Oplegging van gevangenisstraf

Gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten, waaronder met name de door verdachte gepleegde moord, is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte uit het oogpunt van vergelding, maar ook ter beveiliging van de maatschappij, een langdurige gevangenisstraf moet worden opgelegd. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte na afloop van de gevangenisstraf naar verwachting nog een (langdurige) behandeling in een tbs-instelling zal moeten ondergaan. Alles afwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat -naast de maatregel van tbs met dwangverpleging- de oplegging van een gevangenisstraf van 12 jaren passend en geboden is.