LEEUWARDEN - Op 15 juli vond in de rechtbank in Leeuwarden de inhoudelijke behandeling plaats van het onderzoek naar criminele activiteiten op versleutelde chatdiensten. Twee verdachten stonden terecht voor diverse feiten rond de handel en invoer van cocaine en wapenbezit. Het onderzoek had tevens als hoofddoelstelling om het berekende wederrechtelijk verkregen voordeel af te pakken.


De verdachten zouden via de chatdiensten Enscochat, Skx ECC en Anoc openlijk met elkaar hebben gesproken over de door hen gepleegde strafbare feiten met betrekking tot onder meer de invoer van en handel in cocaine, en de verdiensten daarvan.

De officier op zitting:

Het gaat om verdenking van emstige en ondermijnende feiten. <.../> De invoer en handel in verdovende middelen vormen bovendien een schakel in een keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving emstig ontwricht. Het leidt niet zelden tot andere vormen van emstige criminaliteit, zoals geweld en witwassen. Ook in deze zaak zijn enorme bedragen verdiend door de verdachten en zijn vuurwapens aangetroffen.

Eerdere veroordelingen van de verdachten én het oprollen van de criminele chatdiensten hebben er niet toe geleid dat verdachten zijn gestopt met hun criminele activiteiten, zoals volgt uit het vuurwapenbezit en de door beide verdachten in 2024 gepleegde voorbereidingshandelingen gericht op wederom invoer en productie van cocaine.
Door de raadslieden van beide verdachten is rond de behandeling van de vordering gevangenhouding geopperd om te verkennen of in deze zaak gekomen zou kunnen worden tot procesafspraken. In januari dit jaar zijn er daarop verkennende gesprekken gevoerd. Vervolggesprekken hebben er uiteindelijk toe geleid dat er gezamenlijke afspraken zijn gemaakt over het verloop en de afdoening van de straf- en de ontnemingszaak.

Er is overeengekomen dat verdachten voor de inhoudelijke zitting hun gedeelte van de ontnemingsvordering volledig en contant bij de politie zouden betalen. Aan die afspraak hebben verdachten zich gehouden. € 387.530,- aan crimineel geld is zo uit de roulatie gehaald.

Conform de overeenkomst cesuiceerde de officier tijdens de inhoudelijke behandeling voor de 42-jarige verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar (in plaats van negen jaar) en een betalingsverplichting van € 337.550,-. Tegen de 32-jarige verdachte eiste de officier een gevangenisstraf van 53 maanden (in plaats van zes jaar) en een betalingsverplichting van € 49.980,-.

Op 29 juli heeft de rechtbank uitspraak gedaan. De rechtbank gaat mee in de gemaakte procesafspraken en veroordeelt beide verdachte conform de eis van het OM. Ook is een ontnemingsmaatregel opgelegd conform de vordering van het OM. Die maatregel is eerder al door verdachten betaald als onderdeel van de procesafspraken. Hiermee is de zaak afgedaan.

Het belang van procesafspraken bestaat voor verdachte uit het komen tot een lagere strafeis dan zonder procesafspraken voor de hand zou liggen. Het belang van het Openbaar Ministerie, en daarmee het maatschappelijk belang, is allereerst het definitief afronden van een omvangrijke strafzaak, waardoor het OM en de rechtspraak vrijkomende zittingstijd kunnen inzetten voor andere strafzaken. Dit geldt niet alleen voor de behandeling van de strafzaak bij de rechtbank, maar ook zeker voor een behandeling in hoger beroep bij het gerechtshof.

De inzet van het OM is er ook in deze zaak op gericht een lange regiefase in eerste aanleg en een behandeling in hoger beroep te voorkomen. Ten tweede bestaat het maatschappelijk belang uit de betaling van aanzienlifke sommen crimineel geld in het kader van de ontnemingszaak.